AI-ongelijkheid: de mondiale kloof wordt groter naarmate de technologie de aanpassing overtreft

10

De snelle uitbreiding van kunstmatige intelligentie (AI) staat op het punt de mondiale ongelijkheid te verergeren, waardoor veel landen achterblijven terwijl een select groepje de vruchten plukt. Een nieuw rapport van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) waarschuwt dat de wereld zonder beslissende beleidsinterventie te maken krijgt met ‘The Next Great Divergence’ – een steeds groter wordende kloof in de ontwikkeling, aangewakkerd door een ongelijkmatige adoptie van AI.

De snelheid van verandering: een race die de meesten niet kunnen winnen

AI evolueert niet over tientallen jaren; het gebeurt nu, over maanden. Dit razendsnelle tempo zorgt ervoor dat veel landen zich inspannen om de noodzakelijke infrastructuur op te bouwen, geschoolde arbeidskrachten te ontwikkelen en effectieve bestuurssystemen op te zetten. Het kernprobleem is ‘capaciteiten’: landen die investeren in AI-vaardigheden, rekenkracht en goede regelgeving zullen floreren, terwijl andere het risico lopen verder achterop te raken.

De regio Azië-Pacific, waar meer dan de helft van de wereldbevolking woont en waar de grootste verschillen in levensverwachting bestaan, dient als sprekend voorbeeld. Ondanks dat ruim de helft van de mondiale AI-gebruikers huisvest, maakt slechts 14% van de bevolking van de regio daadwerkelijk gebruik van AI-instrumenten, waardoor 3,7 miljard mensen worden uitgesloten. Een kwart van de bevolking blijft offline, waarbij vrouwen in Zuid-Azië tot 40% minder kans hebben dan mannen om een ​​smartphone te bezitten, wat de bestaande ongelijkheid benadrukt.

Economisch potentieel versus kloof in de echte wereld

AI heeft het potentieel om de regionale bbp-groei met ongeveer 2 procentpunten te stimuleren en de productiviteit in belangrijke sectoren als gezondheidszorg en financiën met wel 5% te verhogen. Alleen al de ASEAN-economieën zouden het komende decennium een ​​extra bbp van bijna 1 biljoen dollar kunnen realiseren. Dit potentieel wordt echter overschaduwd door de grimmige realiteit: 1,3 miljard werknemers hebben nog steeds informeel werk, 770 miljoen vrouwen staan ​​buiten de beroepsbevolking en 200 miljoen mensen leven in extreme armoede.

Vrouwen en jongeren zijn het meest kwetsbaar. Banen van vrouwen zijn bijna twee keer zo blootgesteld aan automatisering als banen van mannen, en de werkgelegenheid voor jongeren neemt af in sectoren waarin veel AI wordt gebruikt. AI-systemen houden ook vooringenomenheid in stand; Kredietmodellen die zijn getraind op mannelijke kredietnemers in de steden classificeren vrouwelijke ondernemers en boeren op het platteland ten onrechte als risicovol, waardoor ze financiële kansen worden ontzegd.

De digitale kloof: meer dan alleen toegang

Het probleem gaat niet alleen over de toegang tot technologie; het gaat over betaalbaarheid en relevantie. Ruim 1,6 miljard mensen in de regio Azië-Pacific kunnen zich geen gezond dieet veroorloven, en 27 miljoen jongeren zijn nog steeds analfabeet. Veel landen vertrouwen op geïmporteerde AI-modellen die de lokale talen of culturele contexten niet weerspiegelen, waardoor gemeenschappen verder worden gemarginaliseerd.

Het tekort aan digitale vaardigheden is ernstig: slechts een kwart van de stadsbewoners en minder dan een op de vijf plattelandsbewoners is in staat eenvoudige spreadsheettaken uit te voeren. Ondertussen wordt verwacht dat het aantal door AI aangestuurde datalekken in 2027 zal toenemen, wat de noodzaak van robuust bestuur onderstreept.

Mondiale verschillen: een Europese vergelijking

De kloof reikt verder dan Azië-Pacific. Terwijl landen als Denemarken, Duitsland en Zwitserland voorop lopen op het gebied van AI-paraatheid, blijven Oost-Europese landen als Albanië en Bosnië en Herzegovina aanzienlijk achter. Dit onderstreept de ongelijke mondiale verdeling van middelen en expertise.

“AI snelt vooruit, en veel landen staan ​​nog steeds aan de startlijn”, zegt Kanni Wignaraja, adjunct-secretaris-generaal van de VN en regionaal directeur van UNDP voor Azië en de Stille Oceaan. “De ervaringen in Azië en de Stille Oceaan laten zien hoe snel er kloof kan ontstaan ​​tussen degenen die AI vormgeven en degenen die erdoor worden gevormd.”

De toenemende ongelijkheid op het gebied van AI is niet onvermijdelijk. Maar zonder proactieve beleidsmaatregelen zal de kloof tussen de AI-haves en de have-nots alleen maar groter worden, waardoor tientallen jaren van vooruitgang richting een rechtvaardiger wereld dreigt te worden teruggedraaid.